Programma
'Beleef Toscane met Couperus'
Exclusieve groepsreizen van 8 t/m 15 juni 2020 en van 28 september t/m 5 oktober 2020
Ter inleiding
Italië betekende voor de schrijver Louis Couperus (1863-1923) niet minder dan de vervulling van een droom. Al op de HBS in Den Haag werd hij door die droom aangestoken, tijdens de lessen van zijn leermeester Jan ten Brink: ‘Hij vertelde mij van Karelromans, van Arturromans, van het Humanisme, van Petrarca... De vonk glimpte zoo, dat ik verzen schreef, dat ik verzen schreef, van Petrarca... Het was om een heimwee naar dat verre land, naar dat mooie land, naar Italië, naar het Zuiden.’ Het werk van Ouida (Marie Louise de la Ramée), de populaire Engelse schrijfster die in Italië woonde, las de jonge Couperus met een schok van herkenning: ‘Dàt was het, daar werd het genoemd met een naam: Italië! En het was een heimwee, even sterk als nù, zoo ik er niet ben, mij een heimwee terug naar Italië trèkt, sterk als met koorden daarheen, het land en de lucht van mijn ziel.’
Van zijn eerste reis naar Italië, in 1893 in gezelschap van zijn echtgenote Elisabeth, deed Couperus verslag in de bundel Reis-impressies (1894). Groot was zijn geestdrift voor de overblijfselen van de klassieke oudheid in Rome. Vanuit Nice, waar hij met Elisabeth in de eerste tien jaar van de 20ste eeuw zou wonen, lag Italië om de hoek. De veelvuldige uitstapjes gingen over in een langdurig verblijf in Italië, van 1910 tot 1915, voornamelijk in Rome en Florence. Samen met Siena en Venetië waren dat de lievelingssteden van Couperus. Het oude Rome zien we terug in Couperus’ historische romans De berg van licht (1905) en De komedianten (1917), terwijl het moderne Rome het decor vormt voor de roman Langs lijnen van geleidelijkheid (1900). Het Toscaanse landschap van Bagni di Lucca en omgeving speelt een hoofdrol in de roman Aan den weg der vreugde (1908). Maar wie het Italië van Couperus echt wil leren kennen, moet gaan grasduinen in Uit blanke steden onder blauwe lucht 1 en 2 (1912-’13) en Van en over alles en iedereen (1915). In die bundels bracht hij zijn reisfeuilletons over Italië samen: onvergetelijk voor de lezer is zijn verliefdheid op het land, de kunstschatten, het landschap, het klimaat, zijn vriend Orlando en… het eten. In het Zuiden hebben de zware, benauwende wolken van Den Haag plaatsgemaakt voor het volle zonlicht van het dolce vita en de zachte bries van de melancholie.
Als we één plaats zouden moeten aanmerken als hoofdstad van het couperiaanse Italië, dan komt daar maar één stad voor in aanmerking: Florence! Tot 1915 verbleven Louis en Elisabeth Couperus met onderbrekingen in het florentijnse Pension Rochat, waar zij twee kamers tot de hunne hadden gemaakt. Over de stad schreef Couperus: ‘Ik heb hier zeker voorbestaan. De groene Arno, waaruit de grillig bevensterde achterhuizen oprijzen, en de Ponte Vecchio, en de Piazza de’ Signoria met het Palazzo Vecchio en den Duomo met Giotto’s marmerjuwelen campanile, dat alles ken ik van heel vroeger, van eeuwen her. Onlangs heeft mijn meester, Prof. ten Brink, gezegd, dat ik, als kind, wel den sleep had kunnen dragen van een Venetiaansche dogarezza, maar als ik ooit, in een voorbestaan, page ben geweest, dan ben ik het niet in Venetië geweest, maar in Florence. […] Over Florence, over de Arno heen, verbindend hare beide boorden, bloesemt een paradijs van kunst: ik meen de twee paleizen der Uffizië en Pitti, die de portrettengalerijen boven de Ponte Vecchio verbinden tot een ontzaglijk geheel, iets unieks van uitgebreidheid en van artistieke waarde. Uit de Uffizië domineert men geheel Florence; uit de zaal der antieke meesters ziet men op San Miniato en Santa Croce; uit den zuidenlijken corridor op den Dom en het Palazzo Vecchio, en ook op de Arno en de Ponte Vecchio. Met die uitzichten verwezenlijkt men zich geheel Florence… […] Er is misschien geene stad in Italië – en ik zonder Rome zelfs niet uit – waarin de Italiaansche schilderkunst zich zoo bewonderenswaardig heeft gekristallizeerd als hier, zich zoo tot een uniek kortbegrip van Italiaansche kunst heeft geconcentreerd als hier. Misschien zou men uit Florence alleen heel die Italiaansche kunst leeren kennen.’
De reis
Doel van de reis is de kennismaking met al die facetten van het Italiaanse leven en de Toscaanse geschiedenis die tezamen het Italië-gevoel van Couperus hebben uitgemaakt. We bezoeken de plaatsen waar hij is geweest, bekijken de kunst die hij zag, lezen hoe hij Toscane beschreef en genieten van wat hij het liefste at en dronk. Uitleg en korte lezingen door deskundige gidsen zullen bijdragen aan een dieper inzicht in het werk en leven van Louis Couperus. Wat zocht hij in Italië? Wat vond hij in Italië? Hoe kreeg Toscane vorm in zijn boeken? En wat is daar nu nog van terug te vinden?
Het programma
Maandag 8 juni 2020 (en maandag 28 september 2020)
Vertrek om 12.45 u. met Transavia-lijnvlucht HV5423 van Schiphol naar het vliegveld van Pisa. Aankomst in hotel Certosa di Pontignano, alwaar aperitivo en cena artusiana e couperiana (Couperus-diner) in de Certosa.
Dinsdag 9 juni (en dinsdag 29 september)
Bezoek aan Siena: Campo, Palazzo Pubblico, Duomo, lunch in het pension waar Couperus verbleef, bezoek aan andere Couperus-locaties, kerken en musea. Couperus-diner in de Certosa.
Woensdag 10 juni (verjaardag Couperus) (en woensdag 30 september)
Bezoek aan de abdij Monte Oliveto Maggiore, met uitleg over het feuilleton dat Couperus schreef over de fresco’s van Signorelli en Sodoma, lunch in het nabijgelegen Chiusure, bezichtiging per bus van de crete senese (landschap), bezoek aan het Castello delle Quattro Torra (Siena). Feestelijk diner voor de verjaardag van Couperus in de Certosa.
Donderdag 11 juni (en donderdag 1 oktober)
Per luxe privébus over de Chiantigiana (landschap) naar Villa Nieuwenkamp in Fiesole, lunch, bezoek aan Piazzale Michelangelo en Cimitero delle Porte Sante di San Miniato (graf van Artusi), aankomst in Art Hotel Villa Agape te Florence. Couperus-diner in Villa Agape.
Vrijdag 12 juni (en vrijdag 2 oktober)
Bezoek aan Gabinetto Scientifico Letterario G.P. Vieusseux, wandeling langs diverse Couperus-locaties, lunch, bezoek naar keuze aan kerken, musea en overige Couperus-adressen. Aperitivo in Caffè Gilli, Couperus-diner in Villa Agape.
Zaterdag 13 juni (en zaterdag 3 oktober)
Bezoek aan Museo Nazionale di Bargello, Palazzo Pitti, lunch, per luxe privébus naar Lucca, aankomst in Fattoria Mansi-Bernardini, gelegenheid tot zwemmen, aperitivo, Couperus-diner, daarna vertoning van Frans Weisz' Couperus-verfilming Een vrouw van het noorden in aanwezigheid van de filmmaker.
Zondag 14 juni (en zondag 4 oktober)
Bezoek aan Bagni di Lucca, wandeling in gezelschap van filmregisseur Frans Weisz langs diverse Couperus-locaties uit boek en film, lunch op toepasselijke plek, bezichtiging van schrijversadressen en literaire pleisterplaatsen. Ultima cena in Fattoria Mansi-Bernardini.
Maandag 15 juni
Bezoek aan Pisa (Campo dei Miracoli), lunch, rondleiding door omgeving Borgo Stretto,
transfer naar vliegveld, vertrek om 20.40 u. met Transavia-lijnvlucht HV5424 naar Schiphol, aankomsttijd 22.45 u.
Maandag 5 oktober
Gelegenheid tot nabeschouwen en ontspannen. Vertrek om 15.25 u. van vliegveld Pisa met Transavia-lijnvlucht HV5424 naar Schiphol, aankomsttijd 17.30 u.